KOORMUZIEK
Dankzij mijn werk als koordirigent, artistiek leider en performer zijn een honderdtal koorcomposities en arrangementen ontstaan, ook op eigen teksten. Daarnaast begeleid ik al meer dan vijfentwintig jaar koren met goede amateurs, zowel in het modern-klassieke, lichte als het theaterrepertoire.
- Eigenzinnige koorarrangementen van popsongs en volksmuziek.
- Theaterliederen.
- Modern-klassieke koorstukken
LIEDEREN EN LIEDTEKSTEN
Veel van mijn liederen heb ik geschreven voor theatrale liederenprogramma’s die ik vanaf 1984 talloze malen heb uitgevoerd, zingend en reciterend in Nederlandse en buitenlandse theaters en scholen; tijdens poëziefestivals en politieke en culturele avonden.
POËZIE
Binnen mijn werk ben ik onophoudelijk met poëzie bezig. Door de vele projecten waaraan ik mede als auteur betrokken ben geweest zijn inmiddels talloze liedteksten, gedichten en poëtische theaterteksten ontstaan, plus vertalingen, waarvan een groot gedeelte uitgevoerd is.
VERDER LEZEN
Als je enkele titels wilt zien, klik dan links op ‘Lijst van koorstukken, theaterscripts en liederenprogramma’s.
ENKELE TEKSTEN
1. Voor een regionaal chocolade festival:
ZOET
Je bent zo zoet als melk chocola,
romige cacao of hopjesvla,
als gember door de rucola,
honingdressing over sla,
kersenjam met spa,
bloedwijn, sangria,
de uitroep “ja”,
en als na-
gerecht
niet slecht.
2.Tekst van een rouwkaart, gezongen tijdens de herdenkingsbijkomst:
‘T SCHIP VAN DE DOOD
‘t Schip van dood
voer langs de maan.
’t Schip van de dood,
het meerde aan.
Bij het afscheid was jij kalm, soeverein:
een kleine grap, een blik, een glimlach zonder woorden,
berustend in je pijn de laatste ademstoot.
Jij wist: de dood hoeft geen vijand te zijn,
dus ging je graag aan boord toen alles van je afviel
en jij je ogen sloot.
‘t Schip van dood
ging hier vandaan.
’t Schip van de dood,
moest verdergaan.
Na het afscheid lag jij kalm, soeverein:
geen grappen meer, geen snik, een glimlach zonder woorden,
alsof het zo moest zijn. Ze zeiden “hij is dood”,
toch hoorde ik jouw stem, mijn kapitein.
Je zei slechts “het is goed” en zeilde naar het licht toe
als stuurman van de boot, ‘t schip voor het leven,
‘t schip van de dood, dat toevlucht aan ons beiden bood,
ik in dit leven, jij in de dood.
’t Schip van de dood dat toevlucht bood
toont nu door jouw reis mijn weg door het leven,
om dit bestaan in ‘t hier en nu
ruim baan te kunnen geven.
Schip voor het leven,
schip van de dood.
3.Vertaling van een kerstgedicht van Joseph Brodsky:
4.Uit ‘IJsselliederen’, koorproject met teksten van regionale dichters:
LUIDKEELS ZWIJGEN
Met jou wil ik graag luidkeels zwijgen
aan de oever van de IJssel,
dansend door de droom van ’t hier
en nu en niet genoeg krijgen
van de volle leegheid
áchter alle droefheid en plezier.
Zoals Tsjwang Tse,
die niet meer wist of hij een vlinder was
die droomde dat hij man was, of een man
die droomde als een vlinder? Uit de pas
lopen terwijl je vliegt,
zo wil ik met jou dansen nu het kan.
Zoals Vincent,
die zijn oor afsneed om uit te drukken
waarom hij dagenlang de dag en nacht
in zich opzoog, zonder hoed? Te bukken
voor de sterrenpracht,
de zomer vol op ‘t blote hoofd! De macht
te voelen van de zon en van de maan,
de vele werkelijkheden van de waan!
Zoals wij,
samen, zeer luidruchtig zwijgend
aan de oever van de IJssel,
dansend door de droom van ’t hier
en nu, ademloos en hijgend
in de volle leegte
áchter onze droefheid en plezier.
Zoals jij.
5.Uit ‘Zeevonk’, literair concertprogramma rondom het gelijkluidende boek van Josha Zwaan:
IK WIL MET JOU IN ZEE
Hier aan zee klopt een nieuw hart,
op dit strand in de sterloze nacht,
als je nu lacht en de nacht
niet met mijn klacht verwart.
Kan ik met je mee?
Mag ik met jou mee?
Ik wil met jou in zee.
Als ik kijk kan ik jou zien
als een licht in de donkere nacht.
Als je nu lacht en als ik
in het duister durf zien,
dan kan ik met je mee.
Mag ik met jou mee?
Ik wil met jou in zee,
zwemmen in de nacht vannacht.
droog je aan mijn vacht vannacht
na het zwemmen in de zee.
Nu ik kijk kan ik horen.
Ik zie jouw klank in de zwijgende nacht,
omdat ik lach en de nacht
niet met klachten verwar.
Daarom kan ik met je mee.
Ik wil met jou in zee.
6.Vanuit een samenwerking met Nicole Huys-Karrér, waarbij zij het grafische werk -rechts- heeft gemaakt.
Mijn vriendin, ik zend je in gedachten een rankje
druiven uit de wijngaard van mijn hart, mét pitten,
een stil moment, een bedankje.
Jij bent in vriendschap bij de boom gaan zitten
peinzen, praten, zwijgen, op dit bankje
dat er altijd staat. Niets te bezitten
dan geleende tijd. Zonder reden jank je
om een klein gebaar. Je lacht of zucht
en inhaleert het witte licht. Nu zwijg je,
want je merkt hoezeer de frisse lucht
mijn borstkast opent. Volg mijn aandacht, want dan krijg je,
als je wilt, mijn stille blik op een vlucht
zwanen boven het hofje. Ze vliegen niet, ze zweven
in de blauwe hemel. Jij was een breekbaar twijgje
aan de harde slagboom die het leven
een halt toeriep: “Waakzaam, anders knak je
in de wind”. Nu is het je om het even
want je ademt helder licht als een takje
aan een ándere boom, een die leeft
en zuivert: een magnolia. Dan strek je
jouw aandacht naar onze vriendschap en je geeft
iets van jezelf, ademt uit in dit gesprekje
op het bankje. Je schenkt iets teers dat in me beeft,
als een rankje, twijgje, takje, of een stekje
dat voortaan in mij verder leeft.
7.Prijswinnend tijdens een regionale poëziewedstrijd:
LIED VOOR RUSLAND
Jij wees de weg naar waar het klooster stond
in de uitgestrektheid van je vaderland
en sprak in woorden die ik niet verstond.
Ik voelde al jouw klanken met mijn hand.
Jij toonde mij de goelag: dag werd nacht
waar met robuuste muren ‘t klooster staat,
waar op een oude foto iemand lacht.
Hij zong ondanks zijn afgebeuld gelaat.
Zijn stem brak door een spleet in’t zwijgend lijden
met donderende stilte, toen hij sprak:
“Vergeet ons niet, jij mens uit betere tijden.
Vertel je kinderen dat ons licht ontstak”.
Jij wees de weg en schonk me toen je hand.
Ik laat hem klinken in mijn vaderland.